OPRICHTING CARNAVALSVERENIGING DE BOEMELÈRE

Deze carnavalsvereniging werd officieel opgericht in het jaar 1955.  Maar het voorspel was al begonnen in het jaar 1953. Toen werd door Piet Jansen, de dorpskapper, bij de oudere generatie beter bekend onder zijn rennersnaam d'r  Bras, al een raad van Elf bij elkaar gebracht waarbij hij zelf als eerste Prins ging fungeren. Maar door de watersnoodramp in Zeeland werden dat jaar alle carnavalsfeesten afgelast. Dhr. Jansen had echter wel al een naam bedacht namelijk:de Boemelère. En hij had ook al een carnavalsliedje gecomponeerd: men noemde veel leden van de raad van Elf 'buffetgangers', net als hun voorvaderen en daar ging dat lied dan ook over. Het refrein was:"Veer Boemelère veer dreenke geere, de luuj va vreuger hubbe ut gedoa, oeveur zowwe veer daomit neet wier goa''. In 1954 was het weer in de vergetelheid geraakt maar in 1955 kwam de carnavalsvereniging officieel op poten te staan. Bertus Bloemert en Giel Munnix waren de mensen die destijds een dorpsvergadering opgeroepen hebben in het patronaat. Op deze vergadering werd een driemanschap aangewezen om elf  personen bijeen te scharrelen om als Raad van Elf te fungeren. Dit lukte uiteindelijk,  er waren twaalf personen beschikbaar waaruit een Prins werd gekozen. Dit werd Jan Kreuwels die als oudste en enige getrouwd lid dit ambt aanvaardde.  Zeer zeker geen gemakkelijke opgave, want de groep had geen ervaring in het  houden van een zogenaamde zitting, maar ze kregen goede en waardevolle hulp van Jean Beyers uit Cadier en Keer. Dhr. Beyers maakte hen wegwijs in het carnavalsvak zoals het opstellen van een proclamatie en het uitroepen van de Prins. Maar met vallen en opstaan is deze vereniging toch volwassen geworden. Thans kan men  zeggen dat de Boemelère uitgegroeid zijn tot een carnavalsvereniging waar men in het hele Mergelland en Heuvelland respect voor heeft. Vooral de wijze waarop men zich presenteert en de manier zoals in Banholt carnaval beleefd wordt. Deze beleving komt  hier tot uiting in de carnavalsoptocht, ieder jaar opnieuw op carnavalsmaandag, waar men op orginele wijze presenteerd of toneel speelt voor duizenden toeschouwers langs de route. Wij denken dan ook te mogen vastellen dat de Boemelère een vaste stek hebben gekregen bij de inwoners van het Boemelriek en wijde omgeving.

HET ZOEKEN VAN PRINS CARNAVAL.

 Het zoeken van een prins carnaval is altijd een bijzondere gebeurtenis binnen de  Raad van Elf. Door de jaren heen hebben meerdere mensen deze taak gehad en  vooral in de beginjaren was dit niet altijd even makkelijk. Zo werd in de eerste jaren het hele jaar door gespeculeerd wie Prins zou willen of kunnen worden. Vroeger waren er twee zittingen, tijdens de tweede zitting werd meestal de nieuwe Prins geïnstalleerd. Die tweede zitting was vlak voor carnaval en bij de personen die  verantwoordelijk waren voor het vinden van de nieuwe Prins, begon het kwik  langzaam te stijgen; het was bijna carnaval en men had nog geen Prins gevonden...! Tegenwoordig gaat dat toch wel een beetje soepeler. De aftredende Prins en iemand van het bestuur van de carnavalsvereniging overleggen samen en gaan op pad om de volgende Prins te 'zoeken'. Soms meldt zich al eens iemand en dat is natuurlijk gemakkelijk. Er worden afspraken gemaakt met desbetreffende persoon en de voorbereidingen kunnen beginnen. Als het een paar weken voor de zitting is, begint toch iedereen die met de voorbereidingen te maken heeft, zenuwachtig te worden. En dan is het opletten geblazen want iedereen begint te vragen  "Wea wurd Preens?"Het veiligste antwoord is toch 'ander onderwerp' want  'n  verspreking is zo gebeurd en voor je het weet, zou dan een nieuwe Prins bekend zijn. 'n Leuke anekdote; na 'n halve nacht feesten vraagt de toekomstige Prins:  "Hub ig noe èègelik joa gezag...................?"  Dit zijn toch mooie momenten tijdens de voorbereidingen op het worden van PRINS CARNAVAL.